1937-2017: 80 jaar Aad Prins!
Het is 1937 als Aad zijn grootvader - oorspronkelijk uit ‘s-Gravenzande - de basis legt voor het bedrijf. In dat jaar teelt hij tulpen in het Friese Sint Annaparochie. Op de terugreis naar Den Haag moet hij wachten op het treinstation in Anna Paulowna. In het café ertegenover wordt net een bloembollenbedrijf in Breezand openbaar verkocht. Opa biedt 63.000 gulden en is ter plekke eigenaar van 5 ha land en een huis met schuur. Hij koopt het niet voor zichzelf, maar voor zoon Huib die dan 18 jaar is. Huib verhuist naar Noord-Holland en begint als teler van bloembollen, groente en aardappels.
Na de oorlog gaat hij verder in de bollen: tulpen, hyacinten, narcissen en bijgoed. In 1968 komt er een kleine kas op het bedrijf te staan. Die kas groeit met 3.000 vierkante meter als in 1976 zoon Aad het bedrijf komt versterken. In 1983 zet Aad het bedrijf zelf voort. Vier jaar later neemt hij afscheid van de broeierij. Hij gaat verder in de teelt van virusvrij uitgangsmateriaal van lelies en calla’s, buiten blijft de bollenteelt bestaan.
In de jaren negentig groeit het bedrijf verder uit. Er komt meer glas bij en de buitenteelt omvat 20 ha. Vooral de teelt van calla’s breidt flink uit. Die zal uiteindelijk alle voorjaarsgewassen overvleugelen. In 2016 kiest het bedrijf ervoor om de callateelt buiten af te stoten. Aad Prins gaat zich focussen op de opkweek voor derden en heeft inmiddels een grote naam opgebouwd in de virus- en ziektevrije opkweek van uitgangsmateriaal voor de bloembollenteelt.
Sinds 2017 is Freddie, de dochter van Aad werkzaam in het bedrijf. Zij heeft de ambitie om als derde generatie het bedrijf voort te zetten.