Aad Prins: 80 jaar jonge specialist in virus- en ziektevrije opkweek
Wat als opa Prins in 1937 niet had hoeven wachten op het station van Anna Paulowna, op de terugreis naar Den Haag? Het is een prikkelende vraag bij het 80-jarig bestaan van Aad Prins. Want aan die toevallige onderbreking van zijn treinreis vanuit Friesland heeft het bedrijf zijn bestaan te danken. Opa moest er namelijk wachten op de volgende trein. Hij neemt een kijkje in het café ertegenover, waar net op dat moment een openbare veiling aan de gang is. De inzet: 5 ha grond in Breezand, compleet met huis en schuur. Als de inwoner van ’s-Gravenzande 63.000 gulden biedt is hij eigenaar.
Het bedrijf is bedoeld voor zoon Huib, die op 18-jarige leeftijd naar Noord-Holland verhuist. En de rest is geschiedenis. Huib teelt er bollen tot 1983, als zoon Aad in het bedrijf komt. Die gaat vier jaar lang verder met de broeierij van bollen, maar ziet dan nieuwe kansen op het bedrijf.
De Westlandse genen blijken in Noord-Holland nog volop actief te zijn: er verschijnt een eerste kasje op het land in Breezand, 800 vierkante meter groot. Maar al snel groeit het glasimperium van Aad Prins. Die kassen zijn bedoeld voor callaknollen en voor de opkweek van virusvrij uitgangsmateriaal voor derden.
In twee fasen wordt vervolgens 22.000 vierkante meter nieuw gebouwd, in 2009 en 2012. Dan is Aad Prins vooral actief in de callateelt en de virus- en ziektevrije opkweek van uitgangsmateriaal voor de bloembollenteelt. De Callateelt wordt in 2016 verkocht. Vanaf dat moment is het bedrijf bekend als specialist in de virus- en ziektevrije opkweek van uitgangsmateriaal voor de bollenteelt, met name via weefselkweek.
Terug naar nieuwsberichten